,
een van de Myropscameren te Utrecht
Komend vanuit het centrum is dit huis het eerste van wat in Utrecht bekend staat als
'de witte huisjes van de Springweg', oftewel de
Myropscameren,
gesticht in 1583. De rij
vrijwoningen
bestaat uit tweelaags
dwarshuizen.
In de 14e eeuw werd op deze plaats, achter op het terrein van het
Regulierenklooster,
al een groot gebouw opgetrokken, dat naar rechts doorliep tot en met
nr 120.
Hoe ver het links doorliep is niet bekend.
Bij de sloop aan het eind van de 15e eeuw bleef hier alleen de voorgevel staan,
vermoedelijk met een open ruimte erachter, want in de hoek linksachter is een
buitenbestrating gevonden.
Ter plaatse van
nr 112
en
114
kwam een ruimte, toegankelijk vanuit de
achterpoort
van het klooster.
Dit was de paardenstal en bakkerij, later smederij.
Later werd de linker muur doorbroken voor een aangebouwde oven,
de sporen hiervan werden in 1979 tussen de vele fundamenten in Springweg 110 gevonden.
Rechts achterin is nu in de vloer
de plaats van de toen aangebouwde spiltrap aangegeven en
de zijmuur toont de toegang ervan.
In de linker zijmuur zijn de sporen van een aangetroffen venster aangegeven,
maar waar dit in het verhaal past is nog niet duidelijk.
In de 18e en 19e eeuw werden diverse onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
De grondige renovatie van 1950 betekende het einde van de oude
kap
en
trappen.
De restauratie van 1981 had een heel ander karakter.
Hierbij werden aan de achterzijde van de rij huizen
aanbouwen
toegevoegd voor de
keuken en natte cel. Het pand is sinds 1968 eigendom van het
Utrechts Monumentenfonds.
Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders